Het gevaar schuilt dicht onder het wateroppervlak, maar de groep moet toch het water op om geld te verdienen voor de pot. Er liggen 23 kokertjes met geld, leeg of zelfs met min-geld. Elke koker heeft een cijfercode. De groep krijgt twee lijsten met codes; degene zonder rood cijfer zijn de kokers met geld. Met twee kayaks gaan ze steeds tien minuten het water op. Degene die in het water belandt, ligt uit het spel. De kokers moeten ongeopend ingeleverd worden.
Klaas en Ellie pakken als eerste de megafoon; Cecile en Rop gaan het water op om kokers te verzamelen. Rop komt al snel bij een groepje kokers aan en denkt twee goede mee te pakken. Binnen de tijd komt hij terug bij het strand, terwijl Cecile nog bezig is. Zij is minder fortuinlijk want bij haar eerste vangst kiepert een duiker haar van haar kayak.
Tim en Ellie gaan als tweede duo het water op. Ellie vaart naar een veilige zone die met een groene hoepel aangegeven is. Tim heeft minder geluk; hij ziet de duiker wel aankomen maar wordt toch het water ingegooid. Ellie haalt intussen twee kokers op en gaat naar het strand.
Dan gaan Klaas en Annemieke. Klaas gaat direct aan de slag en pakt twee kokers mee. Maar op de terugweg wordt hij overmoedig en wil een ander groepje kokers bezoeken. Annemieke raakt intussen een peddel kwijt en ook Klaas moet dan op de vlucht. Hij belandt in het water. Annemieke kiest voor de veiligheid van het strand en keert met een enkele koker terug.
Tenslotte mogen Marjolein en Taeke. Marjolein ziet luchtbubbels bij de eerste boeien en besluit verder te peddelen. Taeke wordt al vrij snel omgegooid, maar Marjolein gaat dapper verder. Ze trekt een koker in haar bootje en weet die veilig in te leveren.
In totaal keren dus alleen Rop (2), Ellie (2), Annemieke (1) en Marjolein (1) terug met buit. Art telt de opbrengst van de kokers: 200, 300, 300, 200, 300 euro maar ook een rode -300 euro. Er is dus 1000 euro verdiend; de pot komt op 2810 euro.