Op een tafel staan 20 schaaltjes op z’n kop. Onder 16 daarvan ligt een kwart van een gekleurde cirkel: Er zijn vier rode, vier gele, vier groene en vier blauwe delen. Wie als eerste een cirkel van één kleur verzameld heeft, wint een vrijstelling voor de finale. Al moet je wel éérst de zevende aflevering zelf overleven natuurlijk.
Art draait de tafel af en toe rond. Wie aan de beurt is, kiest een schaaltje. Ligt er een gekleurd partje onder, dan mag je dat hebben. Ligt er geen partje onder, dan moet je één van jouw verzamelde partjes onder het schaaltje leggen. Na twee minuten spelen gaat een strenge aanvulling gelden: Heb je geen partje meer en kies je een leeg schaaltje, dan lig je uit het spel.
Paulien ligt na een aantal rondes spelen uit het spel. Zarayda volgt haar vrij snel. Carolien, Kees en Daniël zitten dan nog in het spel; Carolien aast op groen, Kees op geel en Daniël op blauw. Carolien heeft drie groene stukjes en Kees één; daar is hij dus erg zuinig op.
Na een tijdje lijkt iedereen alweer vergeten dat er nog één blauw partje onder een schoteltje ligt. En uitgerekend Daniël pakt (waarschijnlijk per ongeluk) dit schoteltje. Daarmee is zijn blauwe setje compleet. Als hij de test weet te overleven, staat hij in de finale. Tenminste, dat denkt hij…