Rik belt de groep op en vertelt ze dat ze vanaf nu altijd bereikbaar zijn. Hij wil twee groepen gevormd hebben: Vijf mensen die binnen bereik willen blijven en vijf mensen die buiten bereik willen blijven. Hij wacht hen in het theater op.
Op het podium is een draaiende schijf, de “lopende band”. Team “buiten bereik” staat rondom deze schijf en op de schijf staan tafeltjes. Daar worden één voor één de opdrachten op gezet waarmee in totaal 2500 euro verdiend kan worden.
Voor 100 euro moeten ze elke dobbelsteen op een tafeltje op 1 gooien. Ze krijgen 25 euro voor elke groene knikker die ze met chopsticks uit een bal vol met vooral rode knikkers vissen. Voor 100 euro moeten ze alle sokken in een wasmand sorteren.
Uit een bak vol honing moeten alle munten gevist worden. Arno beseft te laat dat die vieze handen niet handig zijn en adviseert de rest om slechts hun linkerhand te gebruiken. Daarna komt natuurlijk een vissenkom met veren; daaruit moeten de gekleurde veren in de juiste envelop gestopt worden.
Een andere bak bevat pingpongballen met bedragen erop. Die moeten in de glazen kom in het midden van de draaischijf gegooid worden. Een bak met bestek moet gesorteerd worden. Een taart moet opgegeten worden voor 100 euro. Een lege fles moet gevuld worden met water uit een kom. Gek genoeg neemt Kim-Lian een slok uit de fles.
Team “binnen bereik” gaat daarna op de draaischijf staan. De tafeltjes met opdrachten zijn nu buiten de schijf geplaatst en er is een opdracht bijgekomen: nu moet er ook een speelgoed-brandweer-autootje in elkaar gezet worden.
Uiteindelijk zijn er drie opdrachten correct uitgevoerd en is er één pingpong-bal in de kom terecht gekomen. Daarmee is 310 euro voor de pot verdiend, die op 1810 euro komt.