De groep komt in de namiddag een plek middenin het bos, bovenop een berg. Verspreid tussen de bomen liggen diverse gebouwen met koepels erop. Vijf daarvan bevatten een telescoop. Op drie ervan staat een mollogo. Als de kandidaten ervoor zorgen dat Art binnen een half uur de maan kan zien door alle drie deze telescopen, verdienen ze 1000 euro.
Ze krijgen elk een zaklamp en portofoon mee. Ze nummeren in gedachten de vijf gebouwen en verdelen zich over gebouwen 1, 3 en 5. In de schemering begint de klok te lopen. Jan is de eerste die een gebouw met telescoop en mollogo vindt en probeert uit te vinden hoe het werkt.
Ruben vindt als tweede een koepel. Er zijn nog 21 minuten over. De mannen gebruiken een mechanische constructie om het dak van hun koepel te openen. Maar omdat Olcay nog niets gevonden heeft, gaat Jan stiekem naar buiten om zonder portofoon (en Ruben) te overleggen.
Als eerste heeft Ruben de maan te pakken via zijn telescoop. Olcay vindt dan eindelijk ook haar telescoop en opent het dak van de derde koepel. Art keurt de maan van Ruben goed en als tweede die van Olcay. Als hij bij Jan komt met nog één minuut op de klok, is de maan verplaatst. Gelukkig weet hij de boel tijdig te herstellen en is 1000 euro verdiend voor de pot.