Bij de kabelbaan in Puerto Plata wacht Art op de kandidaten en vraagt hen om de groep weer in twee drietallen te splitsen. Een groepje mensen die uit de hoogte zijn en een groepje wat meer down to earth is. Cécile, Annemieke en Tim gaan voor de eerste groep, Rop gaat met Taeke en Klaas voor de tweede groep.
De eerste groep krijgt een lijst Nederlandse woorden om naar het Spaans te vertalen, plus een woordenboek Spaans-Nederlands. Bij het andere groepje is het precies andersom. Ze zullen elkaar dus nodig hebben.
Uit elk groepje moet één kandidaat de lijst met vertalingen uit z"n hoofd leren. Art zal vijf woorden per kandidaat overhoren voor een totale waarde van 1000 euro. Ze krijgen precies de duur van één kabelbaanritje de tijd.
Taeke en Tim werpen zich allebei als telefonist op. Marjolein kent een redelijk woordje Papuamento en Spaans, dus sommige woorden kan zij alvast gokken in het Spaans. Intussen wordt Rop het zat; hij gaat met Annemieke bellen en laat de twee andere mannen links liggen.
Pas halverwege de opdracht beseft Tim dat het twee keer zo snel kan: Als ze elkaar tegelijkertijd een vraag stellen, kunnen er twee mensen tegelijk in hun woordenboek zoeken.
Uiteindelijk worden Rop en Annemieke overhoord. Uiteindelijk heeft Rop slechts één antwoord goed en Annemieke drie. Dus er is een enorm bedrag van 400 euro verdiend voor de pot, die op 6310 euro komt.