De groep wordt gesplitst in tweeën: De gokkers (Dennis en Patrick) en de spelers (Edo, Regina, Dunya en Joris). De spelers krijgen 200 pesos en binnen twee uur moeten ze daar 1000 pesos van maken. Er zijn mensen, eten en drinken, bootjes en muziek, maak er gebruik van. Joris kan Mexicaanse liedjes zingen en dus zullen ze 100 pesos vragen voor een optreden.
Dan vraagt Pieter Jan de gokkers of het de spelers zal lukken. Ze mogen daarop geld inzetten uit de pot en die zal verdubbeld worden als ze het juist hebben. Elk half uur mogen ze de inzet verdubbelen en ze beginnen nu met 500 euro.
Na een half uur mogen de gokkers hun inzet aanpassen en ze besluiten deze te verhogen naar 1000 euro. Ze zijn ervan overtuigd dat de spelers gemakkelijk boven de 1000 euro uitkomen. Joris heeft er inderdaad al een aantal succesvolle optredens op zitten en Edo is met de pet rondgegaan.
Langzaam worden ze wat overmoedig en besluiten ze zelfs uiterst vals ‘De uil zat in de olmen’ te gaan zingen. De Mexicanen kunnen het ‘koekoek’ goed waarderen en nemen het vlot over. Er wordt gedanst met oude vrouwtjes, una paloma blanca wordt van stal gehaald en het geld stroomt binnen. Dennis en Patrick zien dit op een afstandje, en Patrick aarzelt na een uur niet om de inzet nogmaals te verdubbelen.
Dan zakt de sfeer een beetje in. Dunya wil liever niet meezingen, de donaties zwakken wat af en ook Dennis en Patrick beginnen te twijfelen. De inzet blijft na anderhalf uur staan op 2000 euro. Maar dan wordt er een nieuw goudmijntje gevonden: Dunya en Regina laten zich fotograferen met de Mexicaanse mannen en ook daar lijken ze flink voor de te willen betalen.
Wanneer de twee uur erop zitten, verzamelt Pieter Jan de groep. Eerst wil hij het eindbedrag horen en Edo vertelt glunderend dat ze 1010 pesos hebben. En dus wordt er 2000 euro voor de groep verdiend, zodat de pot op 12625 staat.