De groep gaat met een bootje de Rio Don Diego op, een schitterend riviertje door een groene omgeving. Op een strandje moeten ze torens gaan bouwen van houten schijven: Oranje, groen en blauw. Die houten schijven zijn op stokken verspreid over de rivier. Met shuttlebootjes kunnen ze de schijven naar de juiste toren verhuizen. Eén complete toren is 250 euro waard, twee 750 euro en drie 1500 euro.
Niels stelt voor om met één kleur te beginnen, zodat die kleur in ieder geval verdiend wordt. Ze kunnen ook wel splitsen, maar dan moeten ze elkaar vertrouwen en dat is natuurlijk geen optie. De 30 minuten beginnen en Niels besluit vanaf de zijkant toe te kijken. Ze halen de groene schijven van de paal en dan volgt een discussie wat ze met de andere schijven moeten. Die wil Niels wel meenemen op een boot.
Sarah wil wel met zo’n boot mee, maar de bootjes stoppen niet dus de enige manier is om er vanuit het water in te springen. Haar bootje vaart naar de oranje toren en de andere kant op is blauw. Ze vaart weer terug, langs groen naar blauw en wil onderweg zoveel mogelijk blauwe schijven in haar boot krijgen die moeten Merel en Niels dus toegooien. Ze krijgt er een stuk of zes mee en brengt die naar de blauwe toren.
Intussen heeft Niels allerlei oranje schijven verzameld en die wil hij wel lopend naar het goede strand brengen. Dat is best wel een eindje lopen, maar hij bereikt de toren vrij snel. En dan zijn alle kandidaten verspreid over de rivier en breekt de chaos los. Op een gegeven moment komt er zelfs een groene schijf voorbij drijven bij Niels. En als hij in een boot klimt waar oranje in zou zitten, vindt hij een blauwe schijf.
Uiteindelijk lukt het Niels om de groene toren af te maken. Sarah eindigt bij de oranje toren en Merel bij de blauwe, die niet helemaal af blijkt. Niet zo gek, want er hebben nog wel meer schijven in het water gedreven. Groen wordt goedgekeurd, maar blauw komt vier schijven tekort en oranje twee. Er wordt dus slechts 250 euro verdiend. Dat maakt een pot van 9550 euro.