De kandidaten worden afgezet bij een theatertje. Binnen treffen ze Pieter Jan aan, die samen met een lokale gitarist een gedicht voordraagt van een Latijns-Amerikaanse dichter. Dan zoekt hij iemand met een goed geheugen die liever binnen blijft. Anna wordt aangewezen en neemt plaats naast de gitarist.
De rest gaat naar buiten en Pieter Jan vraagt welk duo wil beginnen met de opdracht. Art en Pepijn bieden zich aan en Pieter Jan toont hen het gedicht en heeft enkele woorden onderstreept. Ze moeten één woord kiezen en het op een polaroid-foto uitbeelden. Daarna zal het volgende team aan de beurt zijn en samen heeft de groep één uur de tijd.
Art en Pepijn gaan voor ‘wind’ en zoeken een stelletje met een paraplu, dat geïnstrueerd wordt. Art drukt al tijdens het oefenen af en zo is de foto misschien iets té snel gemaakt? Dan mag één van hen nog een keer, met een andere kandidaat. Art gaat nu met Jan voor een foto van ‘harmonie’. Dat beelden ze uit met mensen in gele en blauwe poncho’s en weer drukt Art te vroeg af.
Dan gaan Jan en Karin een foto maken van ‘jeugd’. In een speelgoedwinkel stelt Jan voor om een foto van een prinsessenboek te maken, maar uiteindelijk wordt het Disney. Karin gaat daarna met Patrick, die Nicaragua proberen te fotograferen door een vlag te maken die flink spiegelt en daardoor de foto verpest.
Intussen is Anna hard bezig om het gedicht uit haar hoofd te leren. Zij heeft nog geen idee wat de opdracht precies zal zijn. Patrick gaat met Soundos op stap voor een foto van ‘zoet’ in een snoepwinkel met lollies. Maar de foto blijft zwart. Soundos doet met Pepijn de laatste foto van ‘vogels’ en laat enkele mannen met hun handen een foto nadoen.
Uiteindelijk hebben de kandidaten samen pas 33 minuten gebruikt. Ze gaan terug naar Anna en moeten zwijgen. Pieter Jan toont één voor één de foto’s aan Anna en zij moet raden, welk woord uit het gedicht er wordt uitgebeeld. Achtereenvolgens ziet ze wind (‘eigen’ dus fout), harmonie (‘bezeten’ dus fout), jeugd (goed), Nicaraguaans (‘ochtendgloren’ dus fout), zoete (‘ontluiken’ dus fout) en vogels (goed). Door twee goede antwoorden verdient ze 500 euro.