De kandidaten worden naar een klein haventje geleid waar een paar boten liggen. Er staat een afspeelapparaatje waarop Karel vertelt: “Eerst krijgen jullie nog een opdracht. Het is een oefening navigeren op zee. Eerst twee aan twee, daarna ieder voor zich. Geloof me, deze wedstrijd wil je winnen.” Paul gaat bij Inge, Eva bij Renate.
Elk tweetal krijgt een long boat, een kaart en een GPS-apparaatje. Op dat apparaatje kunnen ze coördinaten invoeren, waarna het de richting aangeeft waarin gevaren dient te worden. Een Thaise man bestuurt de boot en de kandidaten geven de richting aan. Ze varen richting een hoog eiland.
Beide groepen vinden een tweede plankje met coördinaten en de GPS wijst hen wederom de weg. Renate en Eva hebben inmiddels wel een achterstand, omdat ze aan de verkeerde kant rond het grote eiland gevaren zijn.
Paul en Inge komen als eerste bij een boot waaraan vier kano’s gebonden zijn. Ze krijgen ieder nu een eigen GPS en een kano. Paul gaat vrij snel weg en vindt een ingang om het eiland binnen te varen. Inge vindt de ingang als tweede maar wordt bang en gaat dezelfde weg terug, waar ze Eva en Renate tegenkomt.
Wanneer deze twee wel naar binnen durven, vaart Inge hen toch maar achterna en in het donker haalt ze hen in. Paul heeft intussen een uitgang gevonden en komt in een binnenmeertje. Als eerste vindt hij de laatste witte vlag met een enveloppe eraan. De boodschap: 5000 euro en de executie laten doorgaan, of nul euro maar met z’n vieren naar de finale.
Paul vaart terug door de donkere tunnel naar de long boats en piekert over zijn besluit. Hij neigt ernaar om geld in de pot te stoppen. Maar als hij dat doet, zal niemand hem meer verdenken en staat hij kansloos in de finale. Karel rekent hen op de long boat voor, dat het een nogal eenvoudige keuze is: Met extra geld en een grotere kans naar de finale, of met minder geld en minder kans. Paul vindt het net zo eenvoudig en kiest voor een vierde kandidaat.