Op en om twee eilanden is geld verborgen. De groep krijgt één uur de tijd om het te vinden. Ze beginnen samen op het ene eiland en eindigen gezamenlijk op het andere. Ze krijgen een klein bootje maar daar mogen nooit meer dan vier mensen in zitten. Het geld dat de mol vindt, zal nooit in de pot terechtkomen. Het aantal euro’s dat de anderen vinden wordt vermenigvuldigd met het aantal minuten dat ze overhouden.
Eerst zullen Paul, Inge en Eva naar het andere eiland roeien om te klokken hoe lang dat duurt. Renate en Nadja zullen intussen beginnen met geld zoeken. Nadja was de eerste die geld vond, maar ze probeert het voor Renate te verbergen. Op het tweede eiland wordt intussen een motor gevonden, die Paul op de boot monteert zodat hij in z’n eentje terug kan varen.
Inge vindt intussen twee flessen terwijl ze achter Eva aanloopt die niets gevonden zegt te hebben. Nadja loopt achter Renate aan, maar die vond niets. Zelf vindt Nadja wel een fles en dan komt Paul eindelijk aan varen. Hij pikt de twee meiden op en neemt ze mee terug. Met tien minuten op de klok komen ze aan. Nadja heeft 30 euro gevonden en Inge 60. Er kan dus 900 euro in de pot komen, maar wat er precies gebeurt, weten we pas na afloop.