Op een verlaten industrieterrein staan twee jeeps klaar. Verspreid over het gebied liggen 50 kisten met woorden erop. Om geld te verdienen, moeten ze daarmee zinnen maken. De boodschap in die zinnen hoeft niet te kloppen, als het maar correct Nederlands is. Ze hebben al vijf plekken aangewezen waar de zinnen moeten komen en op elke plek liggen twee kisten die in deze zinnen verwerkt moeten worden.
Met de jeeps kunnen ze de kisten ophalen, maar als ze een kist oppakken dan moet die gebruikt worden in een zin. Elke zin is maximaal 300 euro waard (30 euro per kistje); elke zin is dus maximal twaalf woorden. Ze krijgen 30 minuten de tijd.
Startpunten: Weten dat / scherm waarschijnlijk / seizoen absoluut / lijkt kandidaat. Zonder al volledig over zinnen na te denken, begint de groep alvast “handige woorden” op te halen zoals namen, lidwoorden en werkwoorden. In de hal beginnen Rocky, Splinter en Charlotte halve zinnen te maken en bedenken dan welke woorden ontbreken.
De ontstane woorden zijn al redelijk goed, maar allemaal korter dan gehoopt. En op veel plekken ontbreken nog enkele woorden waarvan het maar de vraag is of ze in het veld te vinden zijn. Zo willen ze graag het woord “met” gebruiken maar dat ligt nergens. De communicatie gaat steeds slechter en Marije krijgt moeilijk aansluiting bij Charlotte en Splinter.
De zinnen die uiteindelijk ontstaan: Jullie weten dat Marije de mol is. De afvaller Rocky is waarschijnlijk een rood scherm. Charlotte is de volgende pot anders geld. Maar het seizoen klopt absoluut. Renée lijkt de mol kandidaat. Helaas wordt maar één zin goedgekeurd die 150 euro oplevert.