Tim wordt gebeld door Art. Ze ontmoeten elkaar in een kroeg. Tim krijgt anderhalf uur om één of meer kunstkenners te vinden. Die moeten meegenomen worden naar de universiteit, die vroeger een tabaksfabriek was.
De anderen gaan naar de universiteit, waar ze twee schildersezels met schilderijen zien. De opdracht staat erbij geschreven: “Breng dit schilderij tot leven, doe dat op dit plein, jullie hebben 1.5 uur”. Er staan schilderijen van Picasso en Dali.
Tim is intussen op zoek naar Spanjaarden die goed Engels spreken en ook nog iets van kunstgeschiedenis weten. Hij ontmoet wel een mooi meisje maar zij kan of wil hem helaas niet verder helpen.
De groep heeft 100 euro gekregen om accessoires te kopen waarmee ze de schilderijen tot leven kunnen laten komen. Ze verzamelen een hoop spullen en uiteindelijk hebben ze de schilderijen klaar. Dan komt Tim met Art aanlopen. In hun kielzog volgt een groep Spaanse kunst-studenten.
De studenten moeten de namen van de schilders en de schilderijen noemen. Vooral de naam van het schilderij zelf zorgt voor moeite. Van het schilderij met Anne-Marie erbij weten ze wel dat Picasso de schilder is maar de naam is niet goed. Bij Dali is het hetzelfde verhaal. Er wordt dus geen 2000 euro verdiend.