De groep krijgt een houten stier mee die de heuvels van Andalusië opgetild moet worden. De groep krijgt een uur de tijd. Onderweg zijn opdrachten te vinden waarmee geld verdiend kan worden. De stier wordt uit elkaar gehaald. Hadewych tilt de schragen en alle rugzakken. Tim en William tillen samen het zwaarste gedeelte. Gelukkig ziet Tim snel, dat het hoofd ook losgemaakt kan worden.
Onderweg komt de groep drie rode tentjes tegen. In de eerste tent ligt een kaartje met de tekst “Stieren” en een paar krijtjes. Met de letters van STIEREN moeten andere woorden gemaakt worden van minstens vier letters en die moeten op de stier geschreven worden. De kop is groot dus Anne-Marie begint daarop te schrijven.
Het tweede tentje bevat de tekst “Stierenvechters” waar nog veel meer woorden mee te maken zijn. De groep is slimmer geworden en wacht met schrijven tot ze bovenaan zijn. Alle stukken stier worden op een hoop gegooid die vervolgens door de hele groep samen gedragen wordt. Dat houden ze echter niet lang vol.
Bij het derde tentje laat Tim de stier vallen omdat hij het te zwaar krijgt. De tekst is deze keer “Stierenvechtersarena”. Als ze bij Art komen, hebben ze nog tien minuten om de stier te monteren. De teksten moeten echter leesbaar zijn en dat betekent dat bijna alles opnieuw geschreven moet worden.
Dan komt het geld. 50 woorden zijn 1000 euro waard, 100 woorden 2000 euro. De groep mag kiezen zonder de tellen maar als ze zichzelf overschatten, verdienen ze helemaal niets. Ze krijgen 5 seconden om te overleggen en kiezen direct voor 50 woorden. Ze blijken er maar liefst 91 goed te hebben dus ze hebben goed gekozen en verdienen 1000 euro.